Ruim 2.000 jaar geleden leefde er een Joodse man in Israël, die een volmaakt leven leidde, omdat Hij 100% volmaakt wás. Bij Zijn geboorte gaven ze Hem de naam Jezus. Wie was deze Jezus? En leeft Hij nog steeds, zoals Christenen beweren?
In de Bijbel laat God Zich kennen als één God, maar dan met drie Godspersonen. Die Personen zijn samen onlosmakelijk verbonden en vormen één godheid. De drie Personen in deze ene God zijn: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. God de Vader wilde de relatie tussen Hem en ons mensen zo graag herstellen, dat Hij er Zijn eigen Zoon voor over had. Daarom zond Hij ruim 2.000 jaar geleden Zijn Zoon naar de aarde, om als plaatsvervanger onze Redder te zijn. Want alleen God Zelf was in staat om de eeuwige doodstraf die alle mensen hadden verdiend, te dragen. De Zoon van God werd 100% echt mens en bleef 100% God: de mens Jezus. God vernederde Zichzelf. Wat een liefdevolle vernedering was dat!
In de Bijbelboeken Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes kun je lezen wat Jezus deed en zei. In die geschiedenisverslagen kun je ook ontdekken hoe Zijn karakter was. Hij loog nooit, Hij was de waarheid in eigen persoon. Hij was puur en echt, vol wijsheid, vol liefde en vol kracht. Hij was vol medeleven en maakte graag zieken gezond. Hij had een hekel aan schijnheiligheid en onrecht. Jezus werd op 30-jarige leeftijd rondreizend leraar, om de mensen uitvoerig te vertellen over God de Vader en de mogelijkheid om in verbondenheid met Hem te leven. Hij ging graag met de meest uiteenlopende soorten mensen om. Als je deze geschiedenisverslagen leest, ontdek je ook dat Hij God was: Hij was almachtig en alwetend, Hij deed wonderen en wekte zelfs doden tot leven.
Jezus leidde een voorbeeldig leven. Toch werd Hij op 33-jarige leeftijd als een zware crimineel veroordeeld tot de dood en daarna begraven. De beschuldiging was dat Hij Zichzelf de Zoon van God noemde. De Joodse leiders zagen dat als een enorme godslastering. Niet alleen de ménsen wilden Hem doden. Ook Zijn eigen Vader-God wilde dat. God liet namelijk de zondeschuld op Jezus komen. Daardoor werd Jezus in de ogen van de Vader oneindig schuldig, hoewel Hij Zelf 100% onschuldig was. Zo werd Jezus onze plaatsvervanger. God keerde Zich in grote toorn af van Zijn Zoon. En Jezus kreeg de hoogste straf uit die tijd: de kruisdood. De Zoon van God stierf als een vervloekte tussen hemel en aarde. Wat een vernedering en verachting! Toch heeft Jezus deze kruisdood vrijwillig aanvaard. Geen enkele geestelijke leider heeft ooit zoveel over gehad voor Zijn volgelingen. Door Jezus’ dood heeft God Zelf (in Jezus Christus) de straf in de plaats van Zijn volgelingen gedragen en de relatie met hen hersteld.
Jezus’ sterven leek een nederlaag: was het nu afgelopen met deze Redder? Nee, na 3 dagen is Jezus uit de dood opgestaan. Jezus stierf aan het kruis als een gemartelde, ogenschijnlijk verslagen man; bij Zijn opstanding was Jezus vitaler dan ooit en vol goddelijke kracht, in een verheerlijkt lichaam wat geen pijn of aardse begrenzingen meer had. Jezus is nog 40 dagen op aarde geweest. Hij heeft veel van Zijn volgelingen ontmoet en gesproken. Daarna is Hij naar de hemel teruggegaan. Hij kreeg daar van Zijn Vader de kroon van overwinning en hoogste eer. Sindsdien regeert Hij vanuit de hemel en is Hij nauw betrokken bij Zijn volgelingen op aarde, door God de Heilige Geest.