Wie is er goed? Helemaal goed en zonder fouten? Niemand toch? Het is niet voor te stellen dat er iemand zou zijn die helemaal geen fouten heeft. We zien dat om ons heen: deze wereld is vol van verdriet en pijn, door wat mensen elkaar aandoen. Daardoor wordt de relatie tussen mensen verstoord of zelfs verbroken. Soms voorgoed, maar als mensen elkaar kunnen vergeven is er herstel van de relatie mogelijk. Maar hoe is het nu met de relatie tussen God en mens, tussen God en jou?
God heeft de mens gemaakt om helemaal goed te zijn, zonder fouten. Met een goede relatie tussen God, de Schepper, en ons, mensen. In het thema God en jij is onder het kopje ‘Een boekje open’ al iets gezegd over die relatie in het paradijs. Die was heel goed. God zegt in de Bijbel dat alles wat Hij gemaakt had goed was. Maar de mens wilde zelf ‘als God zijn’. Hij wilde zelf bepalen wat goed is of niet. Terwijl alles goed was. Hij was ongehoorzaam en kwam in opstand tegen God. Die de mens vervolgens uit het paradijs zette. De goede relatie werd verbroken en zonde en dood kwamen onze wereld binnen. Wij zijn van de goede weg op de verkeerde weg terechtgekomen; een weg van God af. Daarmee zijn we zondige mensen geworden. Zonder enig besef van eigen schuld tegenover God, onze Schepper. De mens heeft zijn vrije wil verspeeld en kon niet meer terug, bood ook geen excuus aan. Laat staan dat hij berouw toonde en om vergeving vroeg. De oplossing moest van God komen. Hij bleef trouw aan Zijn schepping en gaf de belofte dat door alles heen de relatie zal worden hersteld.
Dat is ook gebeurd. Want aan het begin van onze jaartelling zond God Zijn Zoon, Jezus, in de wereld. Een wereld, die niet op Hem zat te wachten. Daarin heeft Hij geleefd, zonder fouten en zonder zonden. Hij heeft geleden en is volkomen onschuldig aan het kruis gestorven, de dood van een misdadiger. Zo heeft Jezus de straf van God op de zonde – de dood – op zich genomen. Jezus is ook weer opgestaan uit de dood en teruggekeerd tot Zijn Vader in de hemel. Hij heeft vrijwillig en volledig voldaan aan de wil van God. Zijn dood was de betaling voor de schuld en Zijn opstanding betekent dat de zonde en de dood is overwonnen en er een nieuw begin mogelijk is. In Hem is de volkomen verlossing.
We worden niet automatisch verlost. De wereld waarin Jezus leefde heeft dat al laten zien. Een groot deel van de mensen wilde niets met Hem te maken hebben. Dat Hij zieken genas en veel goed deed vond men prima, maar dat Hij de relatie tussen God en mens zou herstellen, was nergens voor nodig. Dat konden ze zo nodig wel zelf. Ze geloofden niet in Jezus als de Redder. Dat ongeloof is nog springlevend. Dat ongeloof is ook zonde, omdat we ons niet schuldig voelen ten opzichte van God. Maar dat verandert als je wel gelooft. Dan heb je het diepe besef dat je God verdriet hebt gedaan, dat je het zelf niet goed kunt maken en dat je vergeving nodig hebt. En dat Jezus deze vergeving heeft verdiend en zo onze Verlosser is. In het leven van de gelovige krijgt het berouw wel een plaats in het gebed met de vraag om vergeving. God verhoort dat genadig om Jezus. Want Jezus redt ons door het geloof in Hem, de Zoon van God (Johannes 3:36). Dan is de relatie heel persoonlijk hersteld tussen God en jou.